Van klein familiebedrijf, tot internationaal succces
Atrikel Ondernemend Venlo: Peggy Leurs vertelt het verhaal achter het succes van Tuincentrum Leurs
Ondernemend Venlo lanceerde op 3 oktober 2024 met trots het boek ‘Hard werken, vooruitkijken en geloof houden. Waarom ondernemend Venlo zoveel wereldmarktleiders en andere kampioenen kent’. Dit inspirerende boek verzamelt de verhalen van maar liefst 22 Venlose ondernemers, die elk op hun eigen manier hebben bijgedragen aan de bloei van de regio en het bereiken van mondiale successen. Ook Tuincentrum Leurs doet in dit boek 'een boekje open' over het verhaal achter het succes van het bedrijf zoals we dat nu kennen!
Tip: heb je moeite met het lezen van de teksten in de opgemaakte pagina's? Scroll dan verder naar beneden of download een deel van het boek hier als pdf.










Van klein familiebedrijf, tot internationaal succes
Van een bescheiden winkeltje achter het woonhuis tot een verkoopoppervlakte die duizend keer zo groot is. Tuincentrum Leurs in Venlo trekt jaarlijks 1,5 miljoen bezoekers uit Nederland, Duitsland en België, waarvan alleen al voor de betoverende kerstshow een halfmiljoen liefhebbers. Wat is het verhaal achter het kwekerijtje dat Huub Leurs en zijn moeder in 1966 begonnen en uitgroeide tot een van de grootste tuincentra van Europa?
Tuincentrum Leurs verkoopt alles op het gebied van planten, bloemen, tuinmeubels, barbecue, tuinbenodigdheden, sfeer en interieur, huisdieren en seizoensartikelen. Ook runt het bedrijf een winkel voor ruiter en paard, Ruitersport Equidrôme. De familieonderneming biedt werk aan circa driehonderd mensen (200 fte’s).
Pap aan de lijn en het klinkt dringend
Peggy Leurs (1974) gaat er even voor zitten, op het hoofdkantoor van supermarktketen Deen in Hoorn, tegenwoordig in handen van Albert Heijn. Daar werkt ze al twee jaar, nu als assistent-manager bij de inkoop. De Venlose is min of meer toevallig in het Noord-Hollandse familiebedrijf verzeild geraakt, na haar studie aan de Hogere Agrarische School in Den Bosch en bedrijfskunde op Nyenrode. Ze gaat vervolgens voor een traineeship bij Ahold. Meedraaien in de bonte verscheidenheid van functies die het Zaanse concern biedt. Veel leren. Om zich op de selectieprocedure voor te bereiden, solliciteert ze bij Deen, maar niet heus. Gewoon proberen hoe zoiets gaat. Het niet zo serieus bedoelde sollicitatiegesprek verandert totaal van toon als er een voorstel komt. Als Peggy Leurs bij Deen aan de slag gaat, wordt zij aan een groepje collega’s toegevoegd dat de familie in een professionaliseringsslag moet bijstaan. De familieleden van de circa tachtig filialen tellende keten staan nog dagelijks op de winkelvloer om mee te helpen. Ze halen zelf de broodjes bij de leverancier of wijzen een medewerker aan om broodjes af te bakken. Precies daarom moet Deen professionaliseren. Er gaat een lampje branden bij Peggy: „Nou, dit was echt iets wat bij ons in het tuincentrum ook speelde: mijn familie die van alles wel iets vindt; medewerkers die ook willen meedenken, maar hiertoe minder kansen krijgen.” Zij wil daarom nog zeker een aantal jaren op het hoofdkantoor in Hoorn blijven meedraaien.
Ja, de afspraak is dat Peggy ooit naar Venlo zal terugkeren, gepokt en gemazeld. Om haar ervaring bij Deen in praktijk te brengen in het immense tuincentrum dat haar ouders, Huub en Riet Leurs, in 1997 hebben geopend. Kijken of zij de zaak kan meenemen in haar ambities. Grip krijgen op de organisatie, taken en verantwoordelijkheden delegeren, competenties van de medewerkers versterken, focussen op ondernemen in plaats van managen. Ofwel professionaliseren. Peggy Leurs twijfelt als jonge meid niet lang over haar toekomst. Er zijn twee opties: ofwel leidinggeven aan Spoedeisende Hulp in een ziekenhuis ofwel het tuincentrum van haar ouders overnemen. Die laatste interesse is er zeker. Op haar zesde kent ze alle plantennamen in de winkel op haar duimpje, ook in het Latijn. In haar jonge jaren ligt in de zaak de nadruk op de kwekerij van haar vader. Huub steekt zijn ziel en zaligheid in het kweken van bloemen en planten. Haar moeder Riet gaat over het winkeldeel, de retail, een tak van sport die Peggy absoluut meer ligt. Als haar vader in 1986 vertelt dat hij grootse plannen heeft voor een mooi, nieuw tuincentrum weet Peggy waar haar toekomst ligt.
Heel emotioneel
Huub Leurs (1950) is aan de telefoon gedecideerd. „Peggy, ik zit in de auto en ben onderweg naar Hoorn. Je hebt een half uur om na te denken. We hebben je thuis hard nodig als bedrijfsleider. Of je kiest hiervoor of we gaan extern een bedrijfsleider zoeken die ons komt helpen en die we ook voor langere tijd zullen aannemen. Dat betekent dat je een paar jaar weg blijft.” Peggy: „In dat half uur ben ik naar personeelszaken gegaan en heb ontslag genomen. Het werd heel emotioneel.”
Het is 1999. Ruim dertig jaar zit Peggy’s vader dan al in deze wereld. Huub Leurs komt van een tuindersfamilie in Venlo-Zuid. Zijn opa was er tuinder. En Huub zijn vader werkt bij bureau UBC dat tuinbouwproducten voor de export keurt. Als bijverdienste teelt hij wat kruiden en plantjes. Het is bijna vanzelfsprekend dat Huub naar de tuinbouwschool gaat. Op zijn vijftiende ontdekt Huub dat de bloementeelt lucratief kan zijn, in een tijd dat deze sector in Venlo eenvoudigweg niet bestaat, in tegenstelling tot de Duitse grensstreek: „Ik ging bij een bloemenkweker in Herungen werken. Daar verdiende ik 3 mark per uur. In 1966! Voor dat geld kon je in het café zes biertjes bestellen en dat deed ik dan ook.” Huub leert op de kwekerij de fijne kneepjes van het vak. Hoe de plantjes te vermeerderen. Stekken, zaaien, afleggen, marcotteren. „Daar kreeg ik alles mee om groene planten te kweken.” Hij begint thuis samen met zijn moeder een kleine kwekerij. Chrysanten, perkplanten. Makkelijk is het begin niet. Van de gemeente mag hij achter het huis geen kasje bouwen. Met enig bravoure graaft Huub, dan zestien jaar, anderhalve meter diepe sleuven in de grond, die hij afdekt met glas. Een ondergrondse kas. Dat mag dan weer wel. Zijn moeder voelt zich aangetrokken tot de verkoop van de bloemen en planten. Een schuur bij het huis van twintig vierkante meter wordt ingericht als winkeltje. Ter vergelijking: Tuincentrum Leurs is tegenwoordig duizend keer zo groot.


Investeren
Het loopt lekker en Huub bouwt in de buurteen kas. Voorheen was de Nederlandse bloementeelt aan strakke productiebeperkingen onderhevig („Aalsmeer had een dikke vinger in de pap”), maar die worden in 1968 opgeheven. Nu komt ook in Venlo deze sector van de grond. Tuinders investeren, de Proeftuin Venlo neemt diverse teelten onder de loep en er wordt zelfs een bloemenveiling opgericht. In 1972 komt de zaak in handen van Huub en Riet. Huub breidt zijn kassenareaal nog verder uit en opent in 1977 pal aan een woonwijk een winkel met nog een kas. Het is een rampjaar. Een strenge winter teistert Nederland, het verwarmen van de kassen kost handenvol geld, terwijl de bloemen voor een grijpstuiver over de toonbank gaan. Ondertussen suist de rente omhoog, naar percentages tussen 11 en 16 procent. Het wordt een strijd met de bank die uiteindelijk uitstel verleent. Het bedrijf krabbelt weer op na de dip en vindt de weg omhoog. Zo zeer zelfs dat de kwekerij op zeker moment haar productie niet meer kwijt kan op de kleine veiling in Venlo en haar bloemen en planten in Duitsland gaat veilen. Huub Leurs gaat naarstig op zoek naar nieuwe afzetkanalen. Vanaf 1982 openen drie bloemenwinkels van Leurs hun deuren in de Venlose binnenstad, in het stadsdeel waar Duitse kooptoeristen op de winkels met hun koffie, boter en groente afkomen. „De straten kleurden op zaterdag groen van de planten die zoveel mensen bij ons hadden gekocht.” Ook sluit Huub een deal met vijftig afnemers in Zuid-Limburg, waarvoor hij zijn broer Lex inzet. Tussendoor rijden vrijwel dagelijks vrachtwagens met bloemen uit Venlo naar de veiling in Aalsmeer. Tenslotte opent Huub een stand op de Grossmarkt in Düsseldorf, een versgroothandel waar ook bloemenleveranciers actief zijn. Zoveel winkels, zoveel afnemers, ook nog eens de kwekerij. Voor dag en dauw op de Grossmarkt. Niet een beetje veel hooi op de vork? „Toen gaf je niks om hard werken. Dat deed ik het liefst.” Daarnaast zet hij zich in voor zijn joekskepel, mannenkoor Venlona, de Venlose Revue en de organisatie van de kinderfeesten in Venlo. „Deed je erbij.” De onderneming groeit hard, maar de grenzen van de groei komen ook in zicht. Het verkooppunt bij de kwekerij wordt zo druk bezocht dat de woonbuurt in de weekends vol staat met auto’s. Allemaal klanten van Leurs. Het wordt tijd voor een nieuwe locatie.


Buitenkans
Er doet zich een buitenkans voor. Aan de rand van de noordelijke invalswegen naar de Venlose binnenstad staat de Proeftuin Venlo te koop. Een ideale plek voor Huub zijn plannen, een nieuw, groot en mooi tuincentrum. Ook een gunstige ligging voor zowel Nederlandse als Duitse klanten. Inspiratie voor de architectuur en het interieur hebben Huub en Riet Leurs opgedaan tijdens studiereizen met de branchevereniging naar landen over de hele wereld. Huub verwerft de Proeftuin en zal er vervolgens tien jaar over doen om alle aangrenzende percelen van negen verschillende eigenaren te kopen. Het is 1999. Peggy keert na het indringende telefoontje van haar vader vanuit Hoorn terug naar Venlo. Ze ziet dat het haar ouders moeilijk lukt grip te krijgen op het bedrijf, op het hoge aantal medewerkers, de grote organisatie. Leurs bestaat in feite uit zeven onderdelen: kwekerij, drie winkels, groothandel, leverancier van winkels in Zuid-Limburg, terwijl het nieuwe immense tuincentrum tien keer zo groot is als het oude. Het gebouw ontbeert een warme, gezellige uitstraling en het blijkt heel lastig de immense winkelruimte te vullen met aantrekkelijke spulletjes. De knusheid van het oude tuincentrum is alleen nog maar een herinnering. Peggy komt als geroepen.
Ze loopt drie weken achter de schermen mee met een externe adviseur. Hij laat haar alles zien. „Ik had een goede opleiding, maar dit was de praktijk, hè.” Er wordt een persconferentie belegd. „Iedereen dacht dat mijn vader zou aankondigen met het tuincentrum te stoppen.” Huub vertelt iets heel anders. Riet doet een stapje terug en Peggy en Huub nemen samen de leiding over van het tuincentrum. „Mam vond dat het met drie kapiteins op een schip niet zou werken.” Riet heeft dan genoeg ervaring opgedaan om te weten dat het met twee kapiteins al lastig is om een koers uit te zetten. Lang verhaal kort: zij is van het winkelgebeuren, Huub is van het planten kweken. Riet (1949) is als telg van een Venloos ondernemers gezin voorzien van een gezonde dosis zakelijk inzicht. Zij komt in 1986 op het idee van een kerstshow, een fenomeen dat later tot een ongekend succes zal leiden. In het oude tuincentrum snoept ze steevast meters van de kwekerij-afdeling af om ‘haar’ winkel uit te breiden. Peggy: „Pap zei dan dat ze van zijn planten moest afblijven. Volgende dag pakte ze toch weer tien meter.” Als Peggy in haar jonge jaren voor een toekomst in het tuincentrum kiest, is het haar moeder die beseft dat het bedrijf niet in de tuinderswereld moet blijven hangen. „Ze vond dat Leurs een echte retailer moest worden. ‘Gerdeneer? Daar wordt Peggy niet gelukkig van’, zei ze dan.” Riet daagt haar uit om op Nyenrode te gaan studeren en veel werkervaring elders op te doen, waar Huub liever ziet dat ze meteen bij het tuincentrum komt werken. „Mijn moeder zei: ‘Denk goed na meid. We willen straks liever van jou leren dan andersom’.”
Als Peggy de leiding overneemt, belooft haar moeder dat ze altijd klaar zal staan om haar – zo nodig – van advies te dienen. Een extern adviseur staat Peggy een jaar lang terzijde om het retailvak te leren. Elke avond laten moeder en dochter de hond uit en vraagt Riet naar haar werkdag. Peggy stort dan haar hart uit: „Ik kan het niet, ik wil het niet, het is zo moeilijk.” Terugblikkend: „Het was echt ingewikkeld en veel voor mij. Ik was pas 25 jaar, erg jong hiervoor. Mam heeft mij hier echt doorheen gesleept. Een waanzinnige coach.”


Dolende
Het recept voor het dolende Leurs-schip is focus. Focus op dat mooie, nieuwe, kolossale tuincentrum. Er mag best wel meer sfeer in het enorme gebouw komen. Stylisten worden aangetrokken om de kaal ogende afdelingen met gezelligheid en warmte aan te kleden. Focus betekent ook dat gaandeweg vrijwel alle bijkomende activiteiten worden afgestoten. De winkels, het netwerk van afnemers in Zuid-Limburg, de Grossmarkt. Alleen de kwekerij wordt gespaard, Huubs kindje. Peggy werkt nog zo’n tien jaar intensief met haar vader samen, als bij haar het besef daagt dat het bedrijf kan groeien. Hoe? Door kansen te herkennen en te grijpen. Kansen waar haar vader echter minder in ziet. Ze zet door en haalt als proef een paar verkooptafels met planten weg om ruimte te maken voor andere spullen. Cadeau-artikelen, BBQ’s, tuinmeubels. Er staan nu minder planten in de winkel, maar die kunnen makkelijk aan gevuld worden met een slim inkoopbeleid. Huub, kweker in hart en nieren, loopt niet over van enthousiasme. Van hem mag de winkel vol groen blijven staan. Met stralen de omzetcijfers in de hand kan Peggy haar vader van de nieuwe aanpak overtuigen. Venlo maakt zich in 2012 op voor de Floriade. Peggy krijgt de mogelijkheid om op de wereldtuinbouwtentoonstelling een winkel met tuinartikelen te runnen. Het wordt haar eerste grote project zonder Huub. Een groepje collega’s van het tuincentrum werkt mee. Met de royaal opgezette en „modern gestyleerde” Floriade-shop (aldus vakblad BloembollenVisie) maakt ze een commerciële klapper. Nog mooier: „Met die winkel leerden we echt hoe het is om zo’n zaak te managen. Deze lessen hebben we op het tuincentrum toegepast.” De revenuen worden geïnvesteerd in een grootscheepse verbouwing naar de ideeën van Peggy en haar partner Bart Renkens. In 2015 nemen ze samen de leiding over.
Tegelijkertijd rijpt een nieuwe visie op het tuincentrum. Wil Leurs een winkel zijn die op harde commercie leunt en waar kopers slalommend langs de schappen spullen in de kar kieperen, afrekenen en snel weer buiten staan? Of wil Leurs een heerlijk dagje uit bieden? Voor bezoekers die getriggerd willen worden door mooie winkelstellingen, inspirerende voorbeelden, aantrekkelijke sferen, informatieve demo’s, dit alles ondersteund door een goede en rijk voorziene horeca. Met genoeg spannende speelplekken waar kinderen zich kunnen uitleven. Een visie die, in de woorden van Peggy en Bart, neerkomt op „het creëren van geluksmomentjes.”
Dagje uit
Peggy Leurs: „Op een zeker moment zeiden we: ‘We zijn geen retailbedrijf meer, maar een dagje uit’. De meeste mensen gaan twee, hooguit vier keer per jaar naar een tuincentrum om planten te kopen. Maar op zondagen wordt elke keer weer de vraag gesteld: wat zullen we doen vandaag? Naar familie? Wandelen? Naar de Kasteeltuinen? Of gaan we naar Leurs? Wij willen in dat rijtje staan van ‘wat gaan we doen vandaag’ en niet meer van ‘waar gaan we planten kopen’? Bart: „We zagen dat er maar weinig tuincentra met goede horeca waren. De meeste mensen komen hier niet meer om alleen planten te kopen, maar om er even uit te zijn, elkaar te ontmoeten, een drankje en een hapje te nemen.” En het verdienmodel? Je loopt op weg naar het tuincafé tien keer langs de BBQ-afdeling of de bloemenshop, „maar de elfde keer, het moment dat je een bloemetje of een barbecue nodig hebt, weet je ons te vinden”, redeneert Peggy. „We zijn een place to be in plaats van een place to buy.”


Internationaal
De nieuwe formule slaat enorm aan, zozeer dat projectontwikkelaars en gemeenten in Frankrijk en Duitsland zich melden. Is de familie wellicht genegen om een kopie van het Venlose tuincentrum in hun contreien neer te zetten? Leurs kan rekenen op alle medewerking. Het verzoek wordt vriendelijk afgewimpeld. Er zijn geen plannen om à la McDonald’s het format van Leurs internationaal uit te rollen. Peggy Leurs: „Zoals het nu is, vind ik het leuk. Een prima balans tussen werk en privé. Als ik ’s morgens hier binnenkom, voel ik me echt thuis.” Dat komt misschien ook wel doordat het personeel („het allerbelangrijkste dat we hebben”) als familie voelt. Dankzij de nieuwe formule is Leurs „echt gigantisch hard gegroeid de laatste jaren.” Het tuincentrum ontvangt jaarlijks circa anderhalf miljoen gasten, waarvan ongeveer de helft Duitsers. Onder de Nederlandse (en steeds meer Belgische) klanten bevinden zich niet alleen mensen uit de eigen regio, maar ook bezoekers uit het hele land die er een dagje uit van maken.
Regelrechte trekker is de kerstshow waarmee Leurs jaarlijks groots uitpakt. „Unglaublichste Weihnachts Ausstellung die ich je gesehen habe. Absolut genial!”, is dan bijna een doorsneereactie op een van de grootste shows in zijn soort van Europa. Zo’n half miljoen mensen schuifelen jaarlijks langs de imposante dan wel begerenswaardige kerstdecors, -versieringen en -snuisterijen.
Bart: „We maken voor de kerstshow geen reclame meer en toch staan er op drukke dagen rijen voor de deur.” Het moet echter niet drukker worden. Er zijn uitbreidingsplannen, maar die zijn uitsluitend bedoeld om gangpaden te verbreden, voorbeeldtuinen in te richten, inspiratiepleinen op te zetten. Peggy staat op de rem: „We willen niet meer groeien. We willen het leukste tuincentrum zijn van Europa, niet het grootste.” Ondanks zijn leeftijd is Huub Leurs nog altijd actief in de kwekerij. Hij vertelt honderduit in de kantine van de kas over zijn experimenten met planten, zijn koffieplanten, de welriekende kaneelboompjes, de medicinale planten, met ingrediënten voor het Limburgse kruidenbitter Elske. „Ik heb altijd gehandeld in planten, maar nu kweek ik ze weer. Daar heb ik voor geleerd en dat doe ik graag.” Ook Huub heeft zijn geluksmomentjes gevonden.
Ruitersport Equidrôme
In het gezin Leurs geldt dochter Charlotte’s hartstochtelijke interesse niet zozeer de planten als wel de paardensport. Het is een liefde die ontstaat in de tijd dat haar moeder voor de kinderen een ponyweitje inricht. Het gezin gaat vanwege de zaak immers nooit met vakantie. Ook Charlotte kiest voor het ondernemerschap. In 2005 opent ze in de Venlose binnenstad een winkel voor ruiter en paard, Ruitersport Equidrôme. De zaak verhuist zes jaar later naar een nieuwe locatie naast het tuincentrum. Peggy en Bart nemen in 2020 het stokje van Charlotte over en runnen sindsdien de winkel. Charlotte kiest in dat jaar voor een geheel andere richting en maakt de overstap naar de professionele begeleiding van mensen in hun laatste levensfase. Ze opent een praktijk voor hulp bij rouw en verlies in de ruimste zin des woords.

